Mensen denken vaak in onmogelijkheden. We zien ergens al gauw bezwaren en wijzen elkaar op te verwachten belemmeringen en problemen. Op zich gebeurt dit meestal vanuit de beste bedoelingen, maar het kan wel onnodig beperkend werken.

Een mooi voorbeeld vind ik de reactie van Foppe de Haan, de coach van het Nederlands Olympische Voetbalelftal.* In een interview zei hij dat iedereen nu maar eens moet ophouden met steeds weer zeuren over de moeilijke omstandigheden voor de sporters in Beijing. Hij doelt daarmee onder meer op de grote hitte, de smog en de grote luchtvochtigheid: ‘als je in je hoofd accepteert dat de omstandigheden er nu eenmaal zijn en dat je gewoon je werk moet doen, wordt voetballen al een stuk gemakkelijker.’

*Deze Zonnestraal schreef ik tijdens de vorige Olympische Spelen, in juli 2008!

Daar hou ik dus van. Je schiet er namelijk niets mee op om maar steeds te verzuchten hoe moeilijk het allemaal is. Je kunt kiezen of je een beperkende instelling inneemt of dat je juist uitgaat van een verruimende, positievere grondhouding.

Net als iedereen, heb ik ook wel eens moeite om een parkeerplaats te vinden voor de auto. Omdat ik er altijd van uitging dat ik nooit een plekje voor de deur kon vinden als ik ergens moest zijn, ging ik uit voorzorg alvast mijlenver voor de bestemming parkeren: ‘Ha, dat plekje had ik tenminste!’ Terwijl mijn man er altijd vanuit gaat dat hij praktisch voor de deur kan parkeren, iets waarop hij mij dan ook altijd triomfantelijk attendeert als het weer is gelukt. Ik heb mijn lesje geleerd: tegenwoordig pak ik het anders aan en parkeer ik ook veel vaker praktisch voor de deur.

Welke insteek je ook kiest, je zult meestal wel  worden bevestigd in je overtuiging. Dus de pessimist die zegt: ’Zie je wel, het lukt niet!’ krijgt vaak gelijk. De optimist daarentegen wil ook graag gelijk krijgen en doet extra zijn best. Zo is de kans dan ook veel groter dat hij uiteindelijk gelijk krijgt. Zo niet, dan heeft hij er in ieder geval wel alles aan gedaan, hetgeen je van de pessimist veelal niet kunt zeggen. Aan jou de keus: heb jij liever het gelijk van de pessimist of van de optimist?

Hoeveel mensen willen eigenlijk best eens een andere baan, maar zijn er diep van binnen van overtuigd dat ze die niet kunnen vinden?Vaak worden dan argumenten gebruikt als: ‘Ach, zo slecht is het nu ook niet’ of ‘Mijn huidige baan heeft toch ook zoveel voordelen, die vind ik niet zomaar weer’…  Zo’n pessimistisch uitgangspunt is natuurlijk niet bevorderlijk voor het vinden van die nieuwe baan. Zonde toch?

Wat je aandacht geeft, groeit. Wanneer je focust op de problemen die je tegen kunt komen om iets te bereiken, dan zul je die ook overal tegenkomen. Ga je uit van het positieve, dan zul je ook heus wel obstakels tegenkomen. Als je daarbij wel steeds je doel voor ogen houdt, is het gemakkelijker de obstakels te overwinnen en vol te houden om je doel te bereiken.

Tijdens mijn vakantie ondervond ik zelf ook weer het verschil tussen denken in mogelijkheden of onmogelijkheden. Op een nogal winderige dag had ik de stuntvlieger van mijn zoon meegenomen naar het strand. Plotseling maakte de vlieger rare bewegingen. Ik liet ‘m voorzichtig dalen en rende ernaar toe. Ik zag dat er een stokje uit de vlieger was gevallen. Oei! Hoe moest ik dit mijn zoon vertellen? Ik ging naar ‘m toe. Hij was zwaar teleurgesteld en verdrietig: zijn vlieger was zo niet meer bruikbaar! Ik zei: ‘Ik loop nog wel even terug om te zoeken.’

Wat een loze opmerking, immers op zo’n groot strand was dit toch een onmogelijke opdracht? Ik wist niet eens meer precies waar ik had gestaan en dan nog was het gebied waar het stokje misschien was gevallen zo groot… En dan die wind, het was ook al vast weggewaaid… Tegen beter weten in liep ik verder, tot ik dacht: ‘Nee stoppen met wanhopen, ik GA het stokje vinden’. En je gelooft het niet: Enige stappen later raakt mijn voet het stokje in het zand! Ik zou zeggen: kies positief en laat je verrassen!

Pin It on Pinterest